Paracetamol is al ruim een halve eeuw op de markt in Nederland en een zeer populaire pijnstiller die ook zonder recept verkrijgbaar is. Naast pijnstiller is het een koortsverlagend en ontstekingsremmend middel dat ook op advies van de (huis)arts door menigeen wordt geslikt. Het is gedurende drie tot zes uur effectief en wordt zelfs al aan baby’s vanaf drie maanden gegeven. Recent onderzoek laat echter zien dat het ‘neem maar even een paracetamolletje’ niet altijd zo onschuldig is als vaak wordt gedacht.
Historie
Paracetamol werd in 1878 voor het eerst gesynthetiseerd door de Amerikaanse chemicus Harmon Nothrop Morse en voor het eerst als medicijn gebruikt door de Duitse arts Josef von Mering. Het middel raakte al snel uit de gratie vanwege een vreemde bijwerking: sommige gebruikers kregen na inname een blauwe huidskleur. Naar alle waarschijnlijkheid overigens een gevolg van een contaminatie met een andere stof.
In de jaren veertig van de vorige eeuw raakte paracetamol weer in zwang vanwege de koortsverlagende en pijnstillende eigenschappen. In 1955 werden het middel in de V.S. op de markt gebracht, eerst onder de naam Tylenol en later onder de naam Panadol. Aanvankelijk uitsluitend op doktersrecept met als belangrijk pluspunt dat het de maag niet irriteerde, wat het onderscheidde van de aspirines die toen ook al op de markt waren.
Hoe werkt het precies?
De naam paracetamol is afgeleid van de chemische naam para-acetylaminofenol en de stof is inmiddels opgenomen in de lijst van essentiële geneesmiddelen van de WHO. Na inname wordt paracetamol via het spijsverteringskanaal opgenomen in de bloedbaan en zo door het hele lichaam getransporteerd. Dus ook naar de plek waar de pijn zit. Paracetamol verstoort de pijncommunicatie die via de zenuwbanen naar de hersenen loopt. Het neemt dus niet de oorzaak van de pijn weg, maar zorgt ervoor dat de pijn niet als zodanig wordt ervaren.
Bijwerkingen
Hoewel paracetamol als veilig wordt beschouwd bij ‘normale’ doseringen, zijn er tal van bijwerkingen bekend, zeker bij langdurig gebruik en/of hoge doseringen. Een kleine greep: huiduitslag, afwijkende leverfunctie, allergieën, wazig zien en braken. Een overdosering kan zelfs leiden tot acuut leverfalen, veroorzaakt door een toxische metaboliet van paracetamol: N-acetyl-p-benzoquinone imine (NAPQI). NAPQI verlaagt de glutathionspiegels in de lever en beschadigt levercellen.
Nieuw onderzoek van Angelina Huseinovic (VU Amsterdam) heeft aangetoond dat ook paracetamol zelf bepaalde processen in het lichaam kan verstoren met als gevolg een uitputting van essentiële voedingsstoffen. Huseinovic heeft in diverse studies paracetamol vergeleken met andere stoffen en geneesmiddelen. Een bevinding die hieruit naar voren komt is dat een nutrient starvation response kan worden uitgelokt door de verstorende werking van paracetamol. Vooralsnog wordt aangenomen dat dit het gevolg is van het feit dat paracetamol qua structuur veel lijkt op het aminozuur tyrosine. Het lichaam ervaart de inname van paracetamol als extra tyrosine waardoor de nutriëntenopname uit balans raakt, met name de opname van tryptofaan, wat zijn weerslag heeft op veel andere cellulaire processen. Deze bevindingen zijn in gistcellen en humane cellen bevestigd. Het is daarom van groot belang nader onderzoek te doen bij mensen om de (nog niet bekende) bijwerkingen van paracetamol verder in kaart te brengen.
(HH)
Bronnen: Paracetamol verstoort opname van nutriënten door gelijkenis met aminozuur Tyrosine; persbericht VU Amsterdam, mei 2019. Huseinovic A: Mistaken identity: Paracetamol induces amino acid starvation through mimicry of tyrosine and changes ubiquitin homeostasis; proefschrift, VU Amsterdam, 2019.