‘Plastic’ voedsel

Ik kan het gewoonweg niet laten. Eigenlijk overschrijd ik een beetje een grens. Het is toch een vorm van bemoeizucht. Ik zal het even uitleggen. Ik haal eens per week het overgrote deel van mijn boodschappen bij de natuurwinkel. En daar heb ik die neiging niet. Maar als ik tussendoor naar de buurtsuper ga,  moet ik wel eens wachten in de rij voor de kassa. En dan gebeurt het.
Voor mij zie ik iemand een paar zakken chips op de lopende band leggen en een paar flessen bontgekleurde frisdrank. Mijn ogen dwalen naar wat er verder komt. Ik hou mijn hart al vast. Een vooroordeel dat vaak bevestigd wordt, want daarna zie ik zakken snoepjes in fluorescerende kleurtjes en een kant-en-klaarmaaltijd gevolgd door de kiloknaller van de week. ‘DIT IS NIET GOED!’, denk ik in hoofdletters. Meer dan eens lag een waarschuwing voor op mijn tong, vooral als het om een moeder ging met een kind in het zitje van de winkelwagen. Ik heb ‘m binnengehouden hoor, want een ‘bemoei je met je eigen zaken’ zou volkomen terecht zijn geweest.

Je snapt hoe ingenomen ik was toen ik een keer op televisie een uitzending zag waarin een kritische presentator een boekje opendeed over de vele kunstmatige stoffen die er aan voedingsmiddelen worden toegevoegd. Omdat E-nummers inmiddels een slecht imago hebben, staat er een andere omschrijving waarvan geen hond snapt waar het om gaat. Bovendien zijn de ingrediënten soms zo klein afgedrukt, dat zelfs een leesbril niet toereikend is. Zorgwekkend is de toename van de hoeveelheid kunstmatige stoffen in samengestelde producten. In het programma dienden als voorbeeld een zak soep en een magnetronmaaltijd. Beide stonden werkelijk bol van de synthetische toevoegingen. Terecht was er de twijfel of dergelijke producten überhaupt nog wel wat met voedsel te maken hadden, het was meer ongezonde gemaksmaagvulling. Zelfs producten waarop met koeienletters stond vermeld dat er geen kunstmatige geur- en smaakstoffen aan waren toegevoegd, bleken daarentegen wel een aanzienlijke hoeveelheid kunstmatige kleurstoffen te bevatten. Heel geslepen allemaal.

Ik juich het van harte toe als er breed aandacht komt voor de nadelen van wat ik ‘plastic’ voeding noem. Hoog tijd dat we met z’n allen die rotzooi de rug toe keren en kiezen voor wat goed is voor ons lijf. Wat denk je, zou het gek zijn als ik een keer, zo langs mijn neus weg, héél nonchalant en met pokerface, tegen die eigenaar van een wagentje plastic voedsel zeg: ‘Erg hè, al die rommel die ze tegenwoordig verkopen. Je zou het je huisdier nog niet geven.’

Zou het helpen?

Ria Teeuw

< Terug