De kwaliteit van onze voeding bepaalt voor een belangrijk deel in hoeverre we gezond zijn. Verstandige voedselkeuzes maken heeft dus echt zin. Van ‘gezonde’ voedingspatronen, zoals het Mediterrane voedingspatroon, is al in meerdere onderzoeken vastgesteld dat deze het risico op hart- en vaatziekten en type II-diabetes aanzienlijk kunnen verkleinen en zelfs kunnen bijdragen aan een langer leven zonder kwalen.
Het tegendeel is echter ook waar: verkeerde voedselkeuzes vergroten de kans op ziekte en zelfs vroegtijdig overlijden. Zo blijkt uit een recente studie, gepubliceerd in JAMA, dat in 2012 ongeveer 45% van de ruim 700.000 sterfgevallen als gevolg van cardiometabole aandoeningen (hart- en vaatziekten, beroerte, type II-diabetes) in de VS het gevolg was van slechte voedingsgewoonten: te veel zout, rood vlees, vleesproducten en/of frisdranken met suiker en te weinig groente, fruit, noten en zaden, visvetzuren, volkoren producten en/of meervoudig onverzadigde vetzuren als vervanging van koolhydraten of verzadigd vet.
Tot nu toe was er echter nog weinig bekend over een effect van veranderingen in voedselkeuze op psychische aandoeningen. Een groep Australische wetenschappers heeft daar verandering in gebracht. In een onlangs gepubliceerd onderzoek hebben zij vastgesteld dat gunstige veranderingen in het voedingspatroon depressieve klachten daadwerkelijk kunnen verminderen.
Aan het enkelblind gerandomiseerd vergelijkend onderzoek namen 56 volwassenen met matige tot ernstige depressieve klachten deel. Naast medicatie en/of psychotherapie kregen 25 van hen sociale ondersteuning (controlegroep) en 31 patiënten kregen voedingsadviezen en begeleiding van een klinisch diëtist. De voedingsadviezen bestonden onder meer uit het stimuleren van de consumptie van groente, fruit, volkoren producten, magere en ongezoete zuivel, ongebrande en ongezouten noten, mager rood vlees, kip, eieren en olijfolie. Het gebruik van fastfood, zoetigheid, gefrituurd voedsel, vleesproducten en meer dan twee glazen wijn per dag of andere alcoholica werd ontmoedigd.
Na twaalf weken werd in de groep die voedingsadviezen kreeg een significant grotere verbetering van de depressieve klachten gezien dan in de controlegroep: de MADRS (Montgomery-Åsberg Depression Rating Scale, vragenlijst om de ernst van depressieve symptomen te meten)-score was gedaald van 26,1 naar 14,8 (controlegroep: 24,7 naar 20,5). De patiënten die de voedingsadviezen het best in de praktijk brachten zagen hun depressieve symptomen het meest verbeteren. Bij 10 patiënten in de groep met voedingsadviezen was sprake van remissie (MADRS-score < 10) tegenover slechts 2 in de controlegroep.
Goede voedselkeuzes en voedingsgewoonten kunnen dus van doorslaggevend belang zijn voor de gezondheid van lichaam én geest.
(WD)
Bron: Jacka FN et al.: A randomised controlled trial of dietary improvement for adults with major depression (the ‘SMILES’ trial); BMC Medicine 15(1):23, 2017.
Micha R et al.: Association Between Dietary Factors and Mortality From Heart Disease, Stroke, and Type 2 Diabetes in the United States; JAMA 317(9):912-924, 2017.