De darm, verkeersregelaar van het nutriëntentransport

Een goed functionerend maagdarmkanaal is van levensbelang voor ons lichaam. De juiste vertering van ingenomen voedsel levert niet alleen de benodigde energie om het lichaam te laten functioneren, maar ook talloze hulp- en bouwstoffen die nodig zijn om onderhouds- en herstelprocessen in het lichaam goed te laten verlopen. Bij veel mensen verloopt de spijsvertering echter niet vlekkeloos: ze kunnen in meer of mindere mate last hebben van klachten als een opgeblazen gevoel na een maaltijd, maagpijn, misselijkheid, brandend gevoel in de maag, zure oprispingen, onvolledige vertering, obstipatie of juist constipatie, buikpijn of buikkrampen.
Deze klachten kunnen het gevolg zijn van diverse spijsverteringsaandoeningen, waarvan dyspepsie, indigestie, gastritis, chronische darmontstekingen, zoals colitis ulcerosa en ziekte van Crohn, en het prikkelbare darm syndroom (PDS) de bekendste zijn. In Nederland hebben ongeveer 80.000 mensen chronische darmontsteking en circa 15-20% van de vrouwen en 5-20% van de mannen heeft PDS.

De weg van het voedsel
Via de slokdarm komt het ingenomen voedsel terecht in de maag, waar het gedeeltelijk wordt verteerd. In de zgn. G-cellen wordt het hormoon gastrine afgegeven dat de productie van maagzuur stimuleert. De binnenkant van de maagwand is bekleed met een slijmvlies (mucosa) dat de maag beschermt tegen inwerking van het maagzuur. De maagwand is geplooid en in deze plooien bevinden zich kliercellen (o.a. hoofdcellen en pariëtale cellen). Deze kliercellen scheiden zuur, enzymen en slijm af die samen het maagsap vormen. Maagsap is een mengsel van zoutzuur (maagzuur), slijm (mucine), intrinsieke factor (belangrijk voor de opname van vitamine B12) en pepsine (belangrijkste maagenzym, nodig voor de eiwitsplitsing). Verder worden in kleinere hoeveelheden de spijsverteringsenzymen maagamylase (afbraak van koolhydraten), maaglipase (afbraak van vet) en gelatinase (eerste vertering van vlees) afgegeven.
De spijsbrij blijft gemiddeld 3-4 uur in de maag (bij een maaltijd die veel vet bevat kan de verblijfsduur oplopen tot 7 uur of nog langer) alvorens deze wordt afgegeven aan de dunne darm. De dunne darm bestaat uit de twaalfvingerige darm, de nuchtere darm en de kronkeldarm. Hier vindt de afbraak en opname van eiwitten en vetten en de laatste vertering en opname van koolhydraten plaats. Bovendien zijn er specifieke mechanismen voor de totale opname van glucose, sommige aminozuren en vitamine B12. Buisjes vanuit de pancreas en lever voeren pancreassap en gal aan naar dit deel van het spijsverteringskanaal.
Overblijfselen van vertering en absorptie gaan van de dunne naar de dikke darm. De dikke darm van zoogdieren bestaat uit de blinde darm, de karteldarm en de endeldarm, maar bij de mens resteert van de blinde darm slechts het wormvormig aanhangsel. Er is passieve absorptie van overgebleven voedingsstoffen in de dikke darm, maar dit is van betrekkelijk gering belang vergeleken bij de dunne darm. In de dikke darm vindt de meeste opname van water plaats, met als gevolg dat het fecale materiaal steviger wordt.

Bron: Wikipedia

Grensovergang
De binnenbekleding van de darmwand is een slijmvlies dat feitelijk de grens vormt tussen de buitenwereld en de binnenkant van het lichaam. Een gezond darmslijmvlies scheidt antistoffen af om ongewenste indringers, zoals schimmels, bacteriën en parasieten, onschadelijk te maken en om te voorkomen dat ze zich aan de darmwand hechten. Ook onvolledig verteerde eiwitten en voedselresten worden tegengehouden. Een goed functionerende intestinale barrière moet echter ook een bepaalde mate van doorlaatbaarheid hebben, zodat nuttige stoffen in de bloedsomloop kunnen worden opgenomen. De darmvlokken of villi vergroten het oppervlak van de darm, waardoor voedingsstoffen gemakkelijk kunnen worden opgenomen. De opname kan door de cellen heen (transcellulair) of via kleine openingen tussen de cellen (paracellulair) plaatsvinden. Tussen de cellen van de darmwand bevinden zich smalle kanalen. De cellen van de darmwand bevatten speciale eiwitten die als spiertjes werken en ervoor zorgen dat de kanalen open of dicht gaan. Deze complexe structuren worden tight junctions genoemd en bestaan uit transmembraaneiwitten en perifere membraaneiwitten. Onder andere stress en voedingsfactoren kunnen de werking van tight junctions negatief beïnvloeden waardoor de doorlaatbaarheid toeneemt. Bij een verhoogde doorlaatbaarheid van de darm kunnen moleculen die onder normale omstandigheden worden tegengehouden, zoals onvolledig verteerde eiwitten of andere onverteerde voedingsstoffen, wél de bloedsomloop bereiken en allerlei ongemakken en aandoeningen veroorzaken. En uiteindelijk kunnen ook bacteriën, schimmels of parasieten zich toegang verschaffen.

Darmbewoners
Het maagdarmkanaal van een volwassen mens wordt bewoond door zo’n 100 biljoen (1014) bacteriën met een totaalgewicht van ca. 1,5 kg. Deze darmmicrobiota telt zo’n 300-1.000 verschillende soorten bacteriën, maar de meeste komen slechts sporadisch voor: 99% van de bacteriën maakt deel uit van 30-40 soorten. De darmmicrobiota is nauw betrokken bij onze gezondheid. De bacteriën zorgen voor de afbraak van niet verteerbare koolhydraten, de aanmaak van bepaalde vitaminen en de bescherming tegen ziekteverwekkende micro-organismen en ze hebben een gunstig effect op de barrièrefunctie van de darmwand en op het functioneren van het immuunsysteem.
Ook probiotica, zoals Lactobacillus- en Bifidobacterium-stammen, maken deel uit van onze normale darmmicrobiota. De lactobacillen behoren tot de melkzuurbacteriën en zijn in staat om koolhydraten om te zetten in melkzuur. Sommige soorten maken daarbij ook azijnzuur en koolzuurgas. Ook bifidobacteriën zijn in staat om koolhydraten tot melkzuur en azijnzuur af te bouwen en halen hieruit hun energie. Door deze zuurproductie zorgen ze voor een ongunstige pH voor ziekteverwekkers in het micromilieu van de darmwand en darmmucosa.
Achtergrondinformatie over specifieke nutriënten die een gunstig effect kunnen hebben op de darmwerking en de spijsvertering vindt u hier.

(WD)

< Terug