Suiker, eerst het zoet dan het zuur

Rietsuiker

Rond het jaar 500 v. Chr. lukte het de Indiërs als eerste om de suiker uit suikerrietstengels te halen. Er werd sap uit het riet geperst, tot stroop gekookt om het vervolgens te laten kristalliseren tot rietsuiker. Tijdens de middeleeuwen verfijnden Arabische handelslieden deze techniek, creëerden grote suikerrietplantages en exporteerden dit kostbare ‘zoete zout’ naar Europa. De naam suiker is trouwens afgeleid van het Arabische woord sukkar. In Nederland maakten de mensen kennis met suiker tijdens de Gouden Eeuw. Als statussymbool strooiden de welgestelden dit luxeproduct rijkelijk over hun eten: vlees, groenten en zelfs oesters kregen een korst van suiker. Pas aan het eind van de 18e eeuw kon suiker ook in Europa worden gewonnen nadat de Duitse wetenschapper Andreas Marggraf ontdekte dat je ook uit bieten suiker kon halen, inmiddels bekend als kristalsuiker.

Na de introductie van suiker in Europa was de opmars niet meer te stuiten. Consumeerde de gemiddelde Engelsman in 1700 zo’n 1,8 kilo suiker per jaar, in 1800 was dat al gestegen naar 8,2 kilo en heden ten dage eet de gemiddelde Nederlander in totaal ongeveer 40 kilo suiker per jaar. Die totale hoeveelheid suiker in ons eten en drinken kun je onderscheiden in natuurlijke suikers die van nature aanwezig zijn in voedingsmiddelen, denk aan fruit, melk en sommige groenten, en vrije suikers die worden toegevoegd bij bereiding, productie of het nuttigen van voedingsmiddelen.

Het is niet verwonderlijk dat de forse stijging van onze suikerconsumptie gevolgen heeft voor onze gezondheid. Het blijkt moeilijk te zijn om de suikerinname te laten dalen. In de eerste plaats geeft het eten van iets zoets een lekker gevoel. Suiker activeert namelijk, net als drugs, het beloningscentrum in je hersenen. En suiker zit verstopt in allerlei voedingsmiddelen waar je het niet in verwacht.

Suiker in voedingsmiddelenVolledig suikervrij leven? Ondenkbaar
Suiker behoort tot de koolhydraten en ons lichaam heeft het nodig voor de broodnodige energie. Koolhydraten zoals suiker komen na vertering als glucose via de darmwand in ons bloed terecht. Van daaruit wordt het getransporteerd naar onze spieren, organen en hersenen. Een kleine voorraad glucose kan in de lever en spieren worden opgeslagen. We spreken dan van glycogeen.

Ons lichaam is voortdurend bezig met het in balans houden van het glucosegehalte, ook wel bloedsuikerspiegel genoemd. Als na een maaltijd met koolhydraten de bloedsuikerspiegel stijgt, maakt de alvleesklier het hormoon insuline aan dat ervoor zorgt dat de weefsels glucose kunnen opnemen zodat het gehalte in het bloed weer zal dalen. Het hormoon glucagon komt in actie als het bloedglucosegehalte onder een bepaalde grens komt. Het zorgt ervoor dat er weer glucose wordt vrijgemaakt, waardoor de bloedsuikerspiegel weer naar normale waarden stijgt.
Een stabiele bloedsuikerspiegel is een pre voor een goede gezondheid. Glucosepieken zorgen niet alleen voor cravings, energiedips en duizeligheid maar kunnen op de lange termijn ook leiden tot metabool syndroom en type II-diabetes.

Glucosepieken en dalen
Glucosepieken en dalen hangen samen met onze westerse leefstijl en bijpassend eetpatroon. Toch kun je er zelf een hoop aan doen. De Franse biochemicus Jessie Inchauspé, ook wel bekend als de Glucose Goddess, geeft niet alleen adviezen over wat we eten en drinken, maar vooral over de volgorde. Begin een maaltijd met vezels (dus groente), daarna eiwitten en vetten, sluit af met het toetje en je voorkomt een piek. Het is ook belangrijk om de dag niet zoet te beginnen: een stabiele bloedsuikerspiegel in de ochtend zorgt voor meer balans gedurende de dag. En het voor een maaltijd innemen van een eetlepel appelazijn opgelost in water blijkt een gunstig effect te hebben op de bloedsuikerspiegel, net als een appelazijn-supplement.

Maar ook chroom, kaneel en alfa-liponzuur bijvoorbeeld bieden goede ondersteuning bij het reguleren van de bloedsuikerspiegel en worden vaak speciaal hiervoor gecombineerd met nog andere nuttige stoffen in een supplement. Berberine heeft een gunstige invloed op meerdere aspecten van het metabool syndroom, waarvan een verhoogde bloedsuikerspiegel een van de klachten is.

Insulineresistentiebloedsuikerwaardes meten
Wanneer door bijvoorbeeld een koolhydraatrijk dieet, weinig lichaamsbeweging, chronische stress of een genetische component de glucosepieken langdurig zeer hoog zijn, kan insulineresistentie optreden. Bij insulineresistentie wordt je lichaam minder gevoelig voor insuline. Hierdoor nemen de weefselcellen glucose niet goed op en blijft de bloedsuikerspiegel continue (te) hoog. Om dit te compenseren gaat de alvleesklier meer insuline produceren (hyperinsulinemie) wat uiteindelijk kan leiden tot uitputting van het endocriene deel van de pancreas. Insulineresistentie en een hoge bloedsuikerspiegel kunnen leiden tot overgewicht, hoge bloeddruk, hoog cholesterol, ofwel metabool syndroom en type II-diabetes.

 

< Terug